Wat verstaan we eigenlijk onder krachttraining?
Krachttraining verbetert je prestaties en voorkomt blessures
Krachttraining maakt volleyballen leuker. Door het vergroten van je relatieve lichaamskracht (de kracht ten opzichte van je eigen lichaamsgewicht) ga je namelijk hoger springen, harder slaan en je wordt wendbaarder. Je kan sneller reageren en zelfs je mobiliteit neemt toe. Het werkt een beetje zoals de PK’s van een auto. Hoe sterker je bent ten opzichte van je eigen lichaamsgewicht, hoe meer explosiviteit je kunt ontwikkelen.
Krachttraining voorkomt ook blessures. Dit komt doordat krachttraining de banden, pezen en gewrichten in je lichaam versterkt. Ook zorgt krachttraining voor een hogere botdichtheid waardoor je minder snel een breuk oploopt. En loop je toch tegen een blessure aan, dan zorgt jouw fysieke programma ervoor dat je er veel sneller klaar voor bent om weer het veld op te gaan.
Enkele extra voordelen op een rijtje:
• Het verstevigen van de botten en verbeterde gewrichtsstabiliteit.
• Verbeterde insulinegevoeligheid en verlaagde insulineresistentie. Hierdoor worden voedingsstoffen efficiënter opgenomen door het lichaam.
• Het verhogen van de spiermassa en versteviging van het bindweefsel.
• Verbeterde houding.
• Verbeterde cognitieve functie.
• Het verbeteren van het zelfvertrouwen, algemene welzijn en verlagen van de kans op depressie.
• Verbeterde prestatie binnen sporten, door o.a. verbeterde functie en coördinatie.
Is krachttraining alleen voor fanatiekelingen?
Word ik een langzamere volleyballer van krachttraining?
Dat hangt er vanaf wat voor oefeningen je doet en hoe je deze uitvoert. Bij krachttraining heerst nog altijd het beeld van bodybuilders en powerlifters, die nou niet bepaald bekend staan om hun snelheid en souplesse.
Krachttraining voor volleyballers wordt ook wel specifieke krachttraining genoemd. Het moet een transfer (vertaling) hebben naar de acties die in het veld gemaakt worden. Bij traditionele krachttraining wordt er vaak spiergericht gedacht. Dit leidt ertoe dat je sterker wordt in een heel geïsoleerde beweging met vaak een toename van spiermassa tot gevolg. Een beetje extra spiermassa kan ervoor zorgen dat er aan de eindstreep meer explosiviteit gegenereerd kan worden, mits die gewonnen spiermassa het gevolg is van het doen van oefeningen die lijken op de beweging in het veld.
Bijvoorbeeld: een leg extensie traint je quatriceps (de grote spieren aan de voorkant van je bovenbenen). De quatriceps is een belangrijke spier bij de sprong. Echter lijkt het uitvoeren van een leg extensie bij lange na niet op de sprong in het volleybal.
Een squat (kniebuiging) daarentegen lijkt hier al veel meer op en heeft een duidelijke transfer naar de sprongkracht. Ook hier is het weer afhankelijk hoe je de oefening uitvoert, wil je een transfer naar je volleybalprestatie zien.
Er zijn geen goede of slechte oefeningen. Alleen goede en slechte toepassingen.